Kleine zonnedauw
Gegevens
Klasse | Overige ordes/families |
Wetenschappelijke naam | Drosera intermedia |
Rode lijst | a/tt |
Standplaats | Luteaven, kleine heide, grote heide |
Link | http://nl.wikipedia.org/wiki/Kleine_zonnedauw |
Bron | 8, 16, 17, 21 |
Bijzonderheden
Op heidevelden en in de vennen komen soms vleesetende plantjes voor. Op onze Gorsselse Heide vind je in tamelijk groten getale het klein zonnedauw [Drosera intermedia]. Door dierlijk weefsel te verteren verkrijgen ze meer dan voldoende stikstof en organisch materiaal om in leven te blijven. Zo slagen ze erin om in dit arme heidemilieu te overleven.
Dit kleine plantje heeft geelgroene bladeren met rode beharing. Op het einde van de haren wordt een kleverige stof afgescheiden. Als insecten, meestal vliegjes, die stof aanraken, plakken ze eraan vast. Het blad krult zich dan langzaam rond het slachtoffer en het verteringsproces kan beginnen. Voor sommige insecten is hun lijden dan nog niet ten einde. Er zijn namelijk mieren die er zich in gespecialiseerd hebben om stukken van die insecten, die de zonnedauw in zijn dodelijke greep houdt, los te rukken en op te peuzelen.
In ons land komen drie soorten van deze familie voor: klein, lang en rond zonnedauw. Stikstofarme, natte, zure heidevelden en veengronden zijn het geliefde voorkomengebied. Je kunt het plantje gemakkelijk ontdekken op de wat zanderige bodem. Het zijn dan roodachtige plukjes. Maar ook tussen de begroeiing valt de wat roodachtige kleur vrij snel op. De bloeitijd is van juli tot augustus met 3 tot 8 witte bloemen.
Op de foto (Peter Schoolderman juli 2012) zien we een daas die gevangen is door de zonnedauw
Territoriumkaart | |